In januari 2017 werd in samenwerking met Frankrijk en Wallonië het definitieve dossier ingediend om een selectie van militaire begraafplaatsen en monumenten voor de vermisten langs het voormalige Westelijke Front van de Eerste Wereldoorlog te laten erkennen als UNESCO Werelderfgoed. Het dossier werd, na controle van de volledigheid, ter advies voorgelegd aan de International Council on Monuments and Site (ICOMOS), het onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan van het Werelderfgoedcomité. In het kader van de evaluatieopdracht van ICOMOS bezocht een delegatie alle geselecteerde sites in oktober 2017. In november kreeg de Frans-Belgische werkgroep de mogelijkheid om in debat te gaan met een panel van ICOMOS-experts. ICOMOS heeft ook al tweemaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om schriftelijk bijkomende vragen te stellen.
In het licht van de internationale dimensie van het WO I-werelderfgoeddossier werden er op politiek, diplomatiek en ambtelijk niveau diverse acties opgezet. In september 2017 bezocht een delegatie van UNESCO-ambassadeurs tijdens een tweedaagse missie enkele WO I-sites in Noord-Frankrijk en België. De internationale beheerders van de geselecteerde WO I-sites zoals de Commonwealth War Graves Commission, de Duitse Volksbund, de American Battle Monuments Commission, de Franse Direction de la Mémoire, du Patrimoine et des Archives en het Belgische Instituut voor Veteranen werden via seminaries actief betrokken bij de opmaak van het Werelderfgoeddossier.
De Vlaamse WO I-stuurgroep met daarin vertegenwoordigers van de Vlaamse, West-Vlaamse en gemeentelijke overheden en administraties, de betrokken beheerders en het maatschappelijke middenveld, werd op geregelde tijdstippen geïnformeerd en geconsulteerd over het WO I-Werelderfgoeddossier. De stuurgroep valideerde de kern- en bufferzones voor de geselecteerde sites, werkte een informatiefolder uit voor de betrokken lokale eigenaars en beheerders en begeleidde het bezoek van zowel de ICOMOS-inspectie als de delegatie van UNESCO-ambassadeurs.
Voor het belangrijkste en meest relevante WO I-erfgoed werd een beschermingsbeleid opgestart. Twee grote thema’s, met name ‘militaire begraafplaatsen’ en ‘herdenkingsmonumenten’ zijn al afgerond. Voor een derde thema ‘verdedigingsconstructies’ lag de nadruk in 2017 op bunkers en stellingen in het Duitse achterland en voor de Duitse bunkerlinies langsheen de Belgisch-Nederlandse grens. Deze grote thema’s werden aangevuld met de bescherming van specifieke items zoals noodwoningen en logistieke constructies. Enkele landschappelijke getuigen, waaronder negen mijnkratersites, werden voorlopig beschermd.
De expertise over WO I-erfgoed werd verspreid en gedeeld tijdens lezingen en publicaties.