De ontwikkelingssteun van de Vlaamse overheid (Vlaamse ODA) in 2017 bedroeg 50,2 miljoen euro, wat ongeveer 5,4 miljoen euro minder is in vergelijking met 2016. Terwijl de uitgaven vanuit de begroting voor ontwikkelingssamenwerking toenamen met 3 miljoen euro, daalden de uitgaven van overige beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid met 8,5 miljoen euro.
In 2016 steeg de Vlaamse ODA door een bijdrage van 12,5 miljoen euro van het Departement Omgeving aan twee internationale fondsen die zich richten op klimaatprojecten in ontwikkelingslanden. Aangezien dit een eenmalige bijdrage was, kon deze stijging in 2017 niet herhaald worden. Het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie dichtte gedeeltelijk de kloof door een recordbedrag van 5,8 miljoen euro op te tekenen. In 2017 breidde de ODA-rapportering van dit beleidsdomein uit met de Zoo van Antwerpen en de Plantentuin van Meise, twee instellingen die zich engageren om wetenschappelijk onderzoek in ontwikkelingslanden te ondersteunen.
De uitgaven vanuit de begroting voor ontwikkelingssamenwerking vertegenwoordigen 56% van de Vlaamse ODA in 2017. Meer dan 99% van deze kredieten werden aangewend voor concrete projecten en programma’s in de drie Vlaamse partnerlanden (Mozambique, Malawi en Zuid-Afrika). Een analyse van de uitgaven volgens sector bevestigt dat maximaal is ingezet op de onderling afgesproken concentratiesectoren (respectievelijk Gezondheidszorg, landbouwvoorlichting en KMMO ontwikkeling) . Door het bundelen van de expertise op een beperkt aantal sectoren en landen, kan de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking een grotere impact op ontwikkeling realiseren. Het leidt ook tot een grotere voorspelbaarheid van de Vlaamse hulp. In een te verschijnen rapport prijst de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) deze aanpak.