De regeling van de in- uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal zit geheel vervat in het Wapenhandeldecreet en het Wapenhandelbesluit.
Deze regeling is wel gedeeltelijk gebaseerd op verschillende Europese teksten. Zo wordt het regime voor de overbrenging van defensiegerelateerde producten naar andere EU-lidstaten bepaald door de omzetting van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap. De vergunningsplicht voor diezelfde defensiegerelateerde producten bij uitvoer naar landen buiten de Europese Unie en bij doorvoer vloeit voort uit de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen. De criteria waaraan aanvragen voor een uit- of doorvoervergunning getoetst worden zijn dan weer gebaseerd op het Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie.
U vindt deze teksten terug in de sectie “Wetgeving”.
- Wat zijn “defensiegerelateerde producten”, “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” en “ordehandhavingsmateriaal”?
- Is voor alle “defensiegerelateerde producten”, “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” en “ordehandhavingsmateriaal”bij in-, uit-, doorvoer en overbrenging telkens een vergunning nodig?
- Gelden er bijzondere voorwaarden voor de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal?
- Welke procedure moet ik doorlopen om defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal in, uit, door te voeren of over te brengen?
- Hoe verkrijg ik zekerheid of de goederen die ik verhandel of produceer al dan niet beschouwd worden als “ander voor militair gebruik dienstig materiaal”?
- Hoe weet ik of voor een bepaalde in-, uit-, doorvoer of overbrenging eventueel een vergunning zal kunnen krijgen?
Wat zijn “defensiegerelateerde producten”, “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” en “ordehandhavingsmateriaal”?
Wat bedoeld wordt met “defensiegerelateerde producten”, “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” en “ordehandhavingsmateriaal”, wordt gedefinieerd in het Wapenhandeldecreet.
“Defensiegerelateerde producten”
Defensiegerelateerde producten zijn alle producten, met inbegrip van programmatuur en technologie, die opgenomen zijn in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen. Deze lijst bevat 22 categorieën van militaire goederen en wordt jaarlijks aangepast op basis van de bevindingen van de technische experts van het internationale controleregime “Wassenaar Arrangement”. Deze 22 categorieën gaan van conventioneel wapentuig zoals mortieren, bommen of oorlogsschepen tot meer geavanceerd militair materiaal zoals vuurgeleidingssystemen of gerichte-energiewapensystemen. Speciaal ontworpen of aangepaste productie-apparatuur voor de productie van militaire goederen alsook de technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van militaire goederen, staan in deze lijst.
“Gevoelige goederen” als sub-groep van “defensiegerelateerde producten”
Een sub-groep van “defensiegerelateerde producten” die door het Wapenhandeldecreet werd gecreëerd zijn de zogenaamde “gevoelige goederen”. Dit zijn de defensiegerelateerde producten die zijn opgenomen in het VN-register voor ConventioneleWapens als vervat in resoluties 43/36L en 58/54 van de Algemene Vergadering van de VN, met inbegrip van de goederen die zijn opgenomen in de optionele categorieën over kleine en lichte wapens.
“Ordehandhavingsmateriaal”
Ordehandhavingsmateriaal zijn goederen die speciaal ontworpen of aangepast zijn voor ordehandhaving of oproerbeheersing. Welke specifieke goederen dat zijn en wanneer er voor die goederen een vergunning nodig is werd in het Wapenhandeldecreet aan de Vlaamse Regering gelaten, die in het licht daarvan lijsten van ordehandhavingsmateriaal heeft opgesteld. Deze lijsten werden grotendeels gebaseerd op: (1) de lijst in bijlage bij het vroegere KB van 8 maart 1993; (2) de lijst van uitrustingen die zouden kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie, zoals voorzien in de richtlijnen van de Raad over de implementatie en evaluatie van beperkende maatregelen in het kader van het GBVB van de EU en; (3) de Wapenwet van 8 juni 2006.
Om overlappende controle te vermijden werd ook rekening gehouden met : (1) de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen; (2) verordening 2021/821 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik en; (3) verordening 1236/2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Over de vraag wanneer welk ordehandhavingsmateriaal onder vergunning valt, leest u hieronder meer.
“Ander voor militair gebruik dienstig materiaal”
Ander voor militair gebruik dienstig materiaal zijn goederen die alleen of in combinatie met elkaar of andere goederen, substanties of organismen ernstige schade kunnen toebrengen aan personen of goederen en die als middel tot geweldpleging ingezet kunnen worden in een gewapend conflict of een soortgelijke situatie van geweld.
Deze categorie is in feite een “vangnetcategorie”, of nog een “catch-all”-categorie. De categorie is er namelijk op gericht om controle mogelijk te maken op – zowel lichamelijk als onlichamelijke – goederen die wel als geweldsmiddelen, onderdelen of toebehoren in een gewapend conflict kunnen gebruikt worden, maar die om de één of de andere reden (nog) niet opgenomen zijn in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, de Vlaamse lijst van ordehandhavingsmateriaal of in de lijst van producten voor zowel militair als civiel gebruik, gehecht aan verordening 2021/821 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik.
De toepassing van deze vangnetcategorie werd verder verduidelijkt in een interpretatierichtlijn, als apart document op deze pagina. Deze interpretatierichtlijn bevat een aantal vragen aan de hand waarvan kan nagegaan worden of bepaalde goederen al dan niet als “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” beschouwd worden.
Schematisch overzicht van vergunningsplichtige goederen
In de infofiches op de pagina vindt u een schematisch overzicht van alle goederen die onder de vermelde categorieën van goederen vallen.
Is voor alle “defensiegerelateerde producten”, “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” en “ordehandhavingsmateriaal” bij in-, uit-, doorvoer en overbrenging telkens een vergunning nodig?
Neen. De vergunningsplicht van deze drie soorten van goederen verschilt naargelang het gaat over invoer, uitvoer, doorvoer, overbrenging naar het Vlaamse Gewest of overbrenging naar een andere EU-lidstaat.
“Defensiegerelateerde producten”
Defensiegerelateerde producten zijn de enige soort goederen die zowel bij invoer, uitvoer, doorvoer, overbrenging naar het Vlaamse Gewest of overbrenging naar een andere EU-lidstaat onder controle staan.
Bij invoer en overbrenging naar het Vlaamse Gewest is de controle op defensiegerelateerde producten echter beperkt tot een kleine groep. De voornaamste groep zijn de zogenaamde “gevoelige goederen”, die hierboven werden toegelicht. Daarnaast staan een aantal bijkomende defensiegerelateerde producten onder controle op basis van een lijst die is vastgesteld bij het Wapenhandelbesluit van 20 juli 2012. De controle op deze producten is bij overbrenging naar het Vlaamse Gewest bovendien verder beperkt doordat de vergunningsplicht vervangen is door een kennisgevingsplicht.
Bij doorvoer is de controle dan weer wat ingewikkelder. Ze hangt immers af van een aantal elementen.
Het belangrijkste element is de vraag of er bij de doorvoer sprake is van “overlading” of herlading” Als dat het geval is, dan geldt er in principe een systematische vergunningsplicht. Daarop zijn er echter verschillende uitzonderingen voorzien. Zo geldt er een vrijstelling als het land van eindgebruik een lidstaat van de EER is, of een van de lidstaten van de NAVO of het Wassenaar Arrangement die in het Wapenhandelbesluit bijkomend zijn vrijgesteld (Argentinië, Australië, Canada, Japan, Montenegro, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten van Amerika, Zuid-Korea en Zwitserland). Ook kunnen strijdkrachten van deze lidstaten hun eigen wapens voor eigen gebruik vergunningsvrij door het Vlaamse Gewest doorvoeren. Deze vrijstellingen gelden weliswaar altijd onder de voorwaarde dat het land van afzending en het land van bestemming respectievelijk de uitvoer en invoer goedgekeurd hebben.
Als er geen sprake is van “overlading” of herlading” – en dus van zuivere transit – is er in principe geen vergunning nodig. Er is enkel een vergunning nodig als er sprake is van een redelijk vermoeden van mogelijk ernstige misbruik van de goederen, iets wat betrokken partijen zelf moeten melden. Met ernstige misbruik wordt hier onder meer bedoeld dat goederen bestemd zouden zijn voor een embargoland of voor het plegen van oorlogsmisdaden.
Meer over de vergunningsplicht bij doorvoer vindt u in de infofiches op deze pagina, zowel in het Nederlands als het Engels.
“Ordehandhavingsmateriaal”
Ordehandhavingsmateriaal staat op dit moment enkel onder controle bij uitvoer naar landen buiten de EU en bij doorvoer, bij doorvoer onder dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven. Het gaat dan specifiek over het ordehandhavingsmateriaal dat staat opgelijst in de lijst die vastgesteld bij het Wapenhandelbesluit van 20 juli 2012.
Opgelet: Toch vergunningsplicht als “verboden goederen!
Bovenstaande toelichting geldt enkel in zoverre de betreffende goederen geen goederen zijn waarvan de in-, uit- en doorvoer en de overbrenging verboden is. Als “verboden goederen” worden in-, uit-, doorgevoerd of overgebracht voor toegelaten doeleinden, is er altijd een vergunning nodig. Zo is bijvoorbeeld van bepaald ordehandhavingsmateriaal – ondermeer wapenstokken – de invoer en overbrenging naar het Vlaamse Gewest verboden omdat het gaat over goederen waarvan het voorhanden hebben in België verboden is op basis van de Wapenwet van 8 juni 2006. In zoverre de Wapenwet van 8 juni 2006 uitzonderingen op dat bezitsverbod voorziet, moet bij de invoer en de overbrenging naar het Vlaamse Gewest van dergelijk ordehandhavingsmateriaal een vergunning aangevraagd worden. Over hoe en wat vindt u meer in de sectie “Wapens waarvan de in-, uit- en doorvoer en de overbrenging verboden zijn”.
Opgelet: Apart vergunningsregime voor “civiele vuurwapens, onderdelen en munitie”
Deze toelichting laat ook het vergunningsregime van “civiele vuurwapens, onderdelen en munitie” onverlet. Meer daarover vindt u in de sectie “Civiele vuurwapens”.
Schematisch overzicht van vergunningsverplichtingen
In de infofiches op deze pagina vindt u een schematisch overzicht van de specifieke vergunningsverplichtingen voor defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal. Er is een aparte fiche over de vergunningsplicht bij doorvoer, beschikbaar in het Nederlands als het Engels
Gelden er bijzondere voorwaarden voor de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal?
Ja.
Vooraleer u voor bepaalde transacties vergunningen kunt aanvragen of wilt kunnen genieten van bepaalde vereenvoudigde procedures moet u in het bezit zijn van voorafgaande documenten die ook door de dienst Controle Strategische Goederen afgeleverd worden.
De voorafgaande machtiging is noodzakelijk om een vergunning te kunnen aanvragen of een algemene vergunning te kunnen gebruiken voor een definitieve uit- of doorvoer of overbrenging naar een andere EU-lidstaat van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal. Deze machtiging wordt toegekend nadat is vastgesteld dat de aanvrager beschikt over de noodzakelijke moraliteit voor de uitoefening van activiteiten betreffende defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal.
Het certificaat van gecertificeerde persoon is noodzakelijk om op een eenvoudige manier defensiegerelateerde producten te kunnen afnemen vanuit andere lidstaten van de Europese Unie. Het gaat dan specifiek over bedrijven die onderdelen uit andere EU-lidstaten overbrengen om in hun eigen defensiegerelateerde producten te verwerken. Het certificaat verklaart dat de afnemende persoon betrouwbaar is en onder meer in staat is om uitvoerbeperkingen na te komen van defensiegerelateerde producten die hij of zij in het kader van een vergunning vanuit een andere lidstaat overbrengt.
U vindt meer informatie over deze respectievelijke documenten in de secties “Voorafgaande machtiging” en “Certificaat van gecertificeerde persoon”.
Verder gelden bij uitvoer, doorvoer en bij overbrenging naar een andere EU-lidstaat ook bijzondere voorwaarden inzake controle op het eindgebruik. U vindt meer daarover in de sectie “Controle op het eindgebruik” en in de secties “Overbrenging naar een andere lidstaat van de EU” en “In- uit- en doorvoer vanuit of naar landen buiten de EU” .
Welke procedure moet ik doorlopen om defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal in, uit, door te voeren of over te brengen?
De procedure die u moet doorlopen en de documenten die u daarbij moet voorleggen is enerzijds afhankelijk van het soort goederen en anderzijds van het feit of uw goederen overbrengt binnen de EU dan wel in-, uit- of doorvoert vanuit of naar een land buiten de EU.
De respectievelijke procedures worden toegelicht in sectie “Invoer militaire goederen algemeen” en “Uitvoer militaire goederen algemeen”.
Hoe verkrijg ik zekerheid of de goederen die ik verhandel of produceer al dan niet beschouwd worden als “ander voor militair gebruik dienstig materiaal”?
Een procedure van schriftelijke bevestiging werd voorzien om personen zekerheid te geven dat hun goederen al dan niet beschouwd worden als “ander voor militair gebruik dienstig materiaal” en als dusdanig bij uit- en doorvoer al dan niet een vergunning nodig hebben.
Meer daarover vindt u in de sectie “Schriftelijke bevestiging”.
Hoe weet ik of voor een bepaalde in-, uit-, doorvoer of overbrenging eventueel een vergunning zal kunnen krijgen?
Omtrent de uitvoer van defensiegerelateerde producten en ordehandhavingsmateriaal voorziet het Wapenhandeldecreet daarvoor een formeel instrument, namelijk het voorlopig advies. Daarnaast werd de administratieve praktijk van indicatieve inlichtingen ontwikkeld en de dienst blijft beschikbaar voor informeel advies via telefoon. Meer informatie hieromtrent vindt u in de sectie “Inschatting toelaatbaarheid export”.
Interpretatierichtlijn Catch-all (204.49 KB) "pdf"
Infofiche 1 - Vergunningsverplichtingen 'militair regime' (471.44 KB) "pdf"
Infofiche 1_Vergunningsverplichtingen MIL_Doorvoer (128.71 KB) "pdf"
Information sheet 1_Transit and trans-shipment (128.6 KB) "pdf"
Infofiche 1a - Vergunningsverplichtingen 'militair regime' - Goederen (53.19 KB) "pdf"
Infofiche 1c_Vergunningsverplichtingen MIL_Gevoelige goederen (460.03 KB) "pdf"