Op 23 mei ondertekenden Minister Gatz en de Franse ambassadeur, mevrouw Arnould, het cinematografisch coproductie -verdrag tussen Vlaanderen en Frankrijk. Dit verdrag vervangt het oude akkoord van 1962 en moderniseert de modaliteiten van een officiële coproductie.
Deze modernisatie was dringend nodig. Het oude akkoord, nog afgesloten vóór de federalisering van cultuur naar de gemeenschappen, wijkt sterk af van hedendaagse praktijken. Zo lag de vereiste financiële inbreng van de “minoritaire” coproducent op 30% van het totale productiebudget wat voor Vlaamse producenten te hoog bleek. Ook de vereiste minimale inbreng van artistiek en technisch personeel was te hoog voor de meeste Vlaamse producenten. Deze en andere voorwaarden beperkten enorm de mogelijkheden voor Vlaamse filmmakers om met de zeer interessante Franse filmwereld samen te werken.
Het nieuwe akkoord moet Frans-Vlaamse coproducties weer aantrekkelijk maken voor beide partijen. Zo wordt de minimale financiële inleg voor de minoritaire partner teruggebracht naar 10% en kan er technisch en artistiek personeel uit heel Europa geworven worden. Alle filmproductiebedrijven gevestigd in Frankrijk of in Vlaanderen en Brussel kunnen als coproducent in aanmerking komen.
Vlaanderen en Nederland openen de Leipziger Buchmesse Een open en internationale dialoog over duurzaam voedsel Flanders Inspires International Visitors Programme zet Vlaamse tech-troeven in de kijker Geslaagde eerste Netwerkdag Statistiek Vlaanderen Start van project om grensbelemmeringen Vlaanderen-Nederland aan te pakken